Vandaag geopend van 09:00 t/m 21:00

Week van de groene tuin

Week van de groene tuin

Een groene tuin: daar word je toch vrolijk van? Van 12 t/m 18 april 2022 delen we tijdens de Week van de Groene Tuin elke dag verschillende groene én duurzame tips. Door je tuin, balkon of straat te vergroenen en te verduurzamen zorg je voor minder wateroverlast en hittestress die worden veroorzaakt door het veranderende klimaat. Met groen verwelkom je ook insecten, vogels en andere dieren en draag je daarmee bij aan biodiversiteit. Bovendien krijgen plagen en onkruid in een evenwichtige tuin minder ruimte en zijn minder chemische bestrijdingsmiddelen nodig.

Op onze social media kanalen vind je deze week tips, video's en speciale aanbiedingen. In dit artikel hebben we een overzicht van tips van de week van de groene tuin voor je op een rijtje gezet. (Bron: week van de groene tuin)

Bekijk de groene aanbiedingen, speciaal voor deze week op onze website, klik hier >>

 

Tip 1: Ontsteen je tuin

man wipt tegels uit tuin

Tegels vervangen door groen in je tuin is goed voor het klimaat en de natuur.

Je hoeft niet meteen alle bestrating weg te halen, maar vervang de stenen van het terras bijvoorbeeld door kiezels of andere halfverharding. Het water kan dan beter wegzakken in de grond. Of maak wat ruimte tussen de stapstenen van je pad. Leg de tegels van je tuinpad zo’n 5 centimeter uit elkaar en zet er plantjes tussen. Kies voor soorten die bijen en vlinders aantrekkelijk vinden: wilde tijm, kruipend zenegroen of sedum. Dat staat mooi en regenwater kan dan ook gemakkelijker de grond in. Er zijn vaak simpele tuinontwerpen of beplantingsplannen te vinden op internet.

Tip van De Boet:

Zet een klimplant tegen de schutting, dat geeft met weinig onderhoud veel groen in de tuin en een schuilplaats voor veel dieren.

Bekijk de video: tegel eruit, planten erin

 

Tip 2: Geef je tuin een gezonde bodem

hand schept compost bij compostvat

In een rijke en luchtige voedingsbodem groeien en bloeien planten goed. Hoe gezonder en sterker planten zijn, hoe minder snel ze ziek worden. Voor een goede voedingsbodem zijn twee dingen belangrijk: de juiste voedingsstoffen én een bodemstructuur waardoor plantenwortels deze voedingsstoffen makkelijk kunnen bereiken. Maak de bodem gezond en vruchtbaar door er compost of organische mest door te scheppen. Gebruik niet te veel mest, want dan worden planten juist slap en kwetsbaar. Gebruik je potgrond voor je planten in potten en bloembakken? Kies dan liever voor potgrond zonder veen, zoals potgrond op basis van kokos. Aan de hand van de Keurmerkenwijzer ontdek je de milieuvriendelijkste keuzes.

Bekijk de video: zo zorg je voor een gezonde bodem

 

Tip 3: Plant en zaai

vrouw loopt in groene tuin

Hoe beter planten bij jouw tuin passen, hoe gezonder en sterker ze zullen zijn. Denk goed na over welke planten waar in je tuin het beste tot hun recht komen. Als planten op de juiste plek staan, hebben ze minder onderhoud en water nodig, en zijn ze minder vatbaar voor plagen en ziektes. Plantensoorten die van nature in Nederland voorkomen (inheemse planten), zijn beter voor de natuur. Koop het liefst diverse biologische zaden en planten: die zijn niet met gif behandeld. Gifvrije planten, bollen en zaden herken je aan een milieukeurmerk. Laat bomen en planten in je eigen tuin groot groeien in plaats van ze al groot te kopen. Dat is beter voor het milieu, omdat er minder milieubelasting is tijdens de kweek en het transport.

Bekijk de video met tips voor het kiezen van planten en bomen

 

Tip 4: Stimuleer de biodiversiteit

bij zit op bloem

Een groene tuin of groen balkon is aantrekkelijk voor allerlei beestjes. Je tuin wordt vanzelf door ze ontdekt, als je zorgt voor een natuurlijke tuinafscheiding en voldoende voedsel, schuilplekken en nestmogelijkheden. Een tuin vol leven is niet alleen leuk om naar te kijken, maar ook nuttig. Verschillende beestjes helpen je tuin gezond en vrij van plagen te houden. Vogels en egels eten plaagdieren zoals slakken en lieveheersbeestjes doen zich te goed aan bladluizen. Bijen helpen bij de bestuiving van planten en hebben van het vroege voorjaar tot de late herfst voldoende bloemen nodig. Plant of zaai dus bloemen die in verschillende maanden bloeien (een ‘bijenboog‘).

Tip van De Boet:

  • Lok vogels in je tuin met nestkasten, drinkplaatsen en voerplaatsen en door besdragende beplanting te kiezen. Vogels zijn goed om de insecten- en rupsenpopulatie in toom te houden
  • Maak hoekjes voor insecten als schuilplaats en overwinterplek: insectenhotels, vlinderkasten, potten met stro voor oorwurmen en lieveheersbeestjes. Zorg voor voldoende overwinteringskansen door kruidachtige (holle stengels) te laten staan in de winter en takkenhopen te laten liggen, minstens tot het late voorjaar
  • Plant veel vlinderaantrekkelijke planten aan voor vlinders, bijen en hommels in de tuin. Gebruik veel inheemse planten, doorgekweekt planten hebben vaak grotere bloemen, maar minder (bereikbare) nectar
  • Klimplanten tegen schutting en muur geven op een snelle manier veel groen in de tuin met veel schuilplaatsen voor diverse dieren. Klimplanten met bloem en/of bes trekken vogels, vlinders en bijen aan
  • Bodembedekkers helpen het water vast te houden en af te voeren, houd onkruid in toom en helpt tegen de hitte van de zomer. Of laat wat tuinafval tussen je planten laten liggen. Knip takjes en bladeren fijn en de wormen, pissebedden en andere opruimers doen de rest. Onkruid krijgt zo ook minder kans. Voor merels, heggenmus en roodborst is zo'n strooisel laag een gedekte tafel vol lekkere insecten en spinnetjes
  • Gebruik beplanting op een manier zodat je het hele jaar bloei en/of bes in de tuin hebt. Zo blijft je tuin het jaarrond aantrekkelijk en zul je veel plezier beleven aan al het leven in je tuin. Op die manier kun je ook diverse natuurlijke plagenbestrijders in je tuin verwelkomen en creëer je een gezonde, natuurlijke balans

Wij hebben in ons tuincentrum thematafels met vlinderlokkende planten, inheemse planten, bodembedekkers, planten voor de schaduw, etc. Daar vind je voor alle hoekjes van de tuin de juiste plant.

   

Bekijk de video: zo stimuleer je biodiversiteit

 

Tip 5: Maak je omgeving klimaatbestendig

man legt een groen dak aan op schuur

Groene tuinen zijn ook belangrijk met het oog op klimaatadaptatie: het omgaan met de gevolgen van klimaatverandering, zoals hitte, droogte en wateroverlast. Als je je voorbereidt, heb je minder last van deze effecten. Een groene (gevel)tuingroen balkon of groen dak werkt verkoelend in periodes van hitte. Bovendien zorgt een groene tuin voor minder wateroverlast, omdat de grond en planten een deel van het water opvangen. En door regenwater op te vangen, ondergronds of in een regenton, zorg je ervoor dat je in tijden van droogte je tuin mooi en gezond kunt houden zónder veel kraanwater te gebruiken. De juiste bodembedekking helpt om de aarde vochtiger te houden in periodes van droogte.


Tip van De Boet:

  • Vang regenwater op in een regenton, wadi of een vijvertje. Een wadi is een lager stukje in je tuin waar het regenwater naartoe kan bij een flinke stortbui. Het water kan hier rustig in de grond wegzakken. Je maakt zelf een wadi door een stukje tuin af te graven. Als je de ruimte hebt kun je het water naar een schaduwrijk plekje leiden. Daar verdampt het water minder snel. Door daar planten te gebruiken die tegen water en schaduw kunnen, creëer je een heerlijke oase in je tuin.
  • Kijk eens goed in je tuin of je ergens een dak kunt vervangen door een groen dak. Bijvoorbeeld het dak van een schuurtje, fietsenhok, houthok of het afdak boven je afvalcontainers. Heel geschikte planten voor een groen dak zijn Sedum soorten en rotsplanten. Zij slaan regenwater op en kunnen extreem goed tegen de hitte. Je kunt de boel natuurlijk ook laten begroeien met klimop of een ander stel klimmers. Dat levert dan ook weer mooie nestgelegenheid op.
  • Een boom geeft schaduw en de grond eronder zal veel minder snel uitdrogen. Dat kan wel 10 graden schelen. Plant het liefst een inheemse boom met een goede diepe penwortel. Denk aan een eik of esdoorn. Die halen vocht uit het diepere grondwater en dan blijft er voldoende water over voor het gazon en andere beplanting dat veel meer aan de oppervlakte wortelt. Heb je geen zin in een boom maak dan een pergola, muur of een afdak waar klimmers overheen kunnen groeien. Ook dat geeft schaduw, schuil- en nestgelegenheid.
  • Probeer eens iets anders dat het standaard gazon. Gras heeft ondiepe wortels en is dus erg afhankelijk van een regenbui. Het gras krijgt het steeds moeilijker met al die droge periodes. Misschien toch tijd om definitief afscheid te nemen van de grasmat en er wat meer variatie in aan te brengen. Planten als klaver, tijm, ooievaarsbek of madelief kunnen veel beter tegen de droogte. En ze hebben veel minder water nodig en dat scheelt weer een hoop sproeien. Wat ook helpt om minder water te verbruiken is minder maaien. Als het heel droog is, heeft het gras extra water nodig en dat is er juist niet. Wacht even met een maaibeurt tot je weet dat er een klein buitje valt.
  • Kies voor planten die goed tegen de hitte kunnen. Dit soort planten hebben een dikke, vettige of viltige huid die hen beschermt tegen warmte en uitdroging. Vlak na de aanplant help je ze op weg door ze regelmatig te besproeien. Als zij met hun penwortel bij de diepere grondwaterlagen zijn, is dat niet meer nodig.
  • Zorg dat de bodem niet uitdroogt door een laag compost of maaisel op de kale grond te strooien. Spitten is niet nodig, dat droogt de bodem alleen maar uit. Je kunt er ook een bodembedekker laten groeien. Of laat wat tuinafval tussen je planten laten liggen. Knip takjes en bladeren fijn en de wormen, pissebedden en andere opruimers doen de rest. Onkruid krijgt zo ook minder kans. Voor merels, heggenmus en roodborst is zo'n strooisel laag een gedekte tafel vol lekkere insecten en spinnetjes.
  • Niet alleen de planten hebben dorst, ook de dieren in je tuin hebben water nodig om te drinken en af te koelen. Je kunt op beschutte plekken waterschalen neerzetten. Zet ze niet in de volle zon want dan drogen ze snel weer op. Vogels badderen ook graag en dus is het fijn als er een steen is waar ze veilig op kunnen staan om te badderen. Voor egels en andere zoogdieren is het juist belangrijk dat ze goed bij het water kunnen. Zorg dus voor een lage rand waar ze gemakkelijk overheen klimmen.

 

Tip 6: Voorkom plagen en onkruid

vrouw bezemt tegels

Slakken, bladluizen en andere beestjes horen bij de natuur en dus ook een beetje bij de tuin. Maar hoe voorkom je dat ze uitgroeien tot een plaag? Hoe gezonder en sterker planten zijn, hoe minder snel ze ziek worden. Zo voorkom je onnodig gebruik van bestrijdingsmiddelen. Heb je toch plaagdieren in de tuin? Je kunt de natuurlijke vijanden van plagen uitnodigen, zorgen dat de beestjes jouw tuin geen aantrekkelijke plek vinden of ze in de val lokken. Onkruid kun je vaak makkelijk verwijderen met je handen, een schoffel en een schepje. Het beste wapen om onkruid te voorkomen: zorg dat je geen stukken kale grond in je tuin hebt en bedek de bodem met planten.

Tip van De Boet:

Er zijn vele manieren om op een natuurlijke manier plagen en onkruid te bestrijden. Gebruik liever geen gif. Je roeit misschien tijdelijk één soort uit, maar ook de van nature voorkomende ‘hulptroepen’. Het is een kwestie van leren vertrouwen op de kracht van de natuur en soms ook wat schade aan je planten te accepteren.

Onkruid

  • Bodembedekkers helpen om het onkruid in de borders in toom te houden, grote onkruiden kun je dan makkelijk met de hand verwijderen
  • Onkruid tussen je bestrating is natuurlijk vervelend. Een veelgehoord advies voor het verwijderen van onkruid tussen tegels is het gebruik van huis-, tuin- en keukenmiddelen zoals azijn, zout of chloor. Deze middelen zijn zeker effectief in het doden van onkruid, maar ze zijn ook zeer schadelijk voor het milieu. Deze middelen vermengen zich met het oppervlaktewater en worden zo ook opgenomen in het grondwater, waardoor ze zich over een veel grotere oppervlakken verspreiden dan alleen de locatie waar je het gebruikt. De kans is groot dat je hiermee dus ook andere beplanting in je tuin beschadigt en de bodem verontreinigt. Het is helaas nooit helemaal te voorkomen dat er onkruid tussen de tegels van bestrating in de tuin opkomt, de wind en dieren zoals vogels zorgen namelijk voor de verspreiding van de onkruidzaden. Maar er zijn wel enkele dingen die je kunt doen om het opkomen van onkruid tussen tegels zoveel mogelijk te voorkomen:
  • Door regelmatig te vegen verwijder je de onkruidzaden voor ze kunnen ontkiemen. Bovendien verwijder je zand en grond dat als voedselbodem zou kunnen dienen
  • Houd de rest van de tuin vrij van onkruid, verwijder het in ieder geval vóór het zich kan uitzaaien
  • Maak bij de aanleg van de bestrating gebruik van antiworteldoek. Maak daarnaast ook gebruik van voegzand waardoor onkruid minder kans krijgt

Plagen

Er zijn vele manieren om natuurlijke vijanden van ongewilde dieren naar je tuin te lokken. Denk aan vogels tegen rupsen, lieveheersbeestjes tegen luizen etc. Ook planten kunnen helpen om plagen in de hand te houden. Door je beplanting met zorg te kiezen en je tuin diervriendelijk in te richten, kun je op een natuurlijke manier een biologisch evenwicht bereiken. Hier een paar tips:

Luis

Oost-Indische kers werkt tegen bladluis en witte vlieg. Ook Lavendel houdt luis weg uit de beplanting. Lieveheersbeestjes, zweefvliegen, gaasvliegen, oorwormen, schildkevers, wespen: ze lusten allemaal wel bladluis in een van hun ontwikkelingsstadia. Veelal zijn het de larven die bladluizen eten en voeden de volwassen insecten zich met stuifmeel. Zorg dus voor voldoende voedsel voor deze vijanden door bloemen die veel stuifmeel en nectar produceren aan te planten. Dan kiezen ze ook jouw tuin uit om hun eitjes te leggen en kunnen hun larven het nuttige werk doen. Er zijn ook larven van bijvoorbeeld lieveheersbeestjes te koop. Deze kan je in de juiste hoeveelheid en op de juiste plek uitzetten zodat ze zich tegoed kunnen doen aan de bladluizen.

Oorwormen hebben een slechte naam en er zijn weinig mensen die van ze houden. Toch zijn het hele nuttige insecten, die dol zijn op bladluizen. Ook de wollige bloedluis is niet veilig voor deze rover. Oorwormen overwinteren in de grond, maar zoeken bij warm weer een nieuwe nestplaats. Help ze door een nepnest te maken:

  • Neem een hand vol stro en bind het vast met een stuk touw
  • Zorg ervoor dat je 2 lange uiteinden hebt zodat je dit door het gat van een aardewerken pot kan doen
  • Trek alles aan en hang het ondersteboven op
  • Eerst wat lager bij de grond zodat ze er goed in kunnen kruipen. Later in het seizoen hang je het nest wat hoger op zodat de oorwormen goed bij de bladluizen kunnen komen

Tegen slakken

  • Maak de tuin aantrekkelijk voor vogels, die lusten graag een slakje. Maak een smidse voor de zanglijster: leg op een beschutte plaats een stoeptegel neer, die de lijster kan gebruiken om slakken op stuk te slaan
  • Egels kunnen heel wat slakken verorberen. Je krijgt ze in je tuin door wat rommelhoekjes te maken waar ze overdag kunnen slapen. Slakken verstoppen zich ook graag in dit soort bulten als het warm is. Egels hebben meestal wel een groter territorium dan jouw tuin. Maak dus wat gaten onderin je schutting zodat ze naar de tuin van de buren kunnen. En als je dan ook nog een schaaltje met water voor de egels neerzet dan doen zij de rest
  • Bescherm je planten door wat koffieprut of vermalen eierschalen rond de plant te strooien. Herhaal dit na een regenbui

Tegen rupsen

  • Vogels als de koolmees, mus, spreeuw of kauw voeren hun jongen met rupsen. Heb je dus last van rupsen in je tuin of woonomgeving, zorg dan goed voor deze vogels, hang nestkasten op en gebruik nooit gif
  • Er zijn ook insecten die het hebben voorzien op rupsen. Sluipwespen en -vliegen leggen hun eitjes in rupsen. De larve die uit het eitje komt, eet de rups van binnen op. Op deze manier kan de rups nooit verpoppen, vlinder worden en zich voortplanten. Volwassen sluipwespen en -vliegenleven van nectar en hebben dus bloemen nodig. Dus de planten die je gebruikt om vlinders en bijen te lokken, helpen ook natuurlijke vijanden van rupsen in je tuin te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan:
  • Krokussen en andere bollen voor het vroege voorjaar, voor een goede start van het seizoen. Campanula is een onweerstaanbare plant voor nectar-zoekers. De Campanula portenschlagiana is bovendien een goede bodembedekker. Win-win dus. Heel veel keukenkruiden doen het ook goed als bijenplant. Bijvoorbeeld Rozemarijn, Salie, Tijm, Bieslook en komkommerkruid. De Buddleja heet niet voor niets Vlinderstruik: het is een echte vlindermagneet. En natuurlijk weten bijen de bloem ook te vinden. Vingerhoedskruid, Malva, Stokrozen, IJzerhard, de lijst is eindeloos
  • Met een evenwichtige beplanting in je tuin, veel bloeiende planten het hele jaar door en voldoende overwinteringsmogelijkheden zullen de natuurlijke vijanden spontaan opduiken en bereik je een biologisch evenwicht in je tuin waardoor ziekten en plagen geen kans krijgen

Bekijk de video met tips voor het bestrijden van plagen

 

Tip 7: Duurzaam onderhouden, inrichten en gebruiken

twee buren delen tuingereedschap

Een goed onderhouden tuin of balkon ziet er niet alleen mooi uit, maar is ook goed voor het milieu. Als je je tuin slim inricht, heeft je tuin niet veel onderhoud nodig. Zorg ook voor goed onderhoud van je tuingereedschap en meubelen. Gereedschap gaat langer mee als je het na gebruik goed schoonmaakt. Een duurzame keuze is ook tuingereedschap te delen met vrienden, familie of buren. Dat bespaart materialen en kosten. Ga het liefst voor tweedehands tuinmeubelen in plaats van nieuw. Let bij tuinmeubelen, tweedehands én nieuw, op de constructie. Smalle spleten die regenwater vasthouden of ruimte rond de schroeven veroorzaken roest en houtrot: dat verkort de levensduur van jouw tuinmeubel.

Kijk ook eens naar de volgende berichten: